Beleidsplan
Hierbij de hoofdlijnen van het beleidsplan van de Stichting FIS, vastgesteld per 1 november 2019. Dit beleidsplan is voor de komende drie jaar en indien nodig wordt dit aangepast.
- Doelstelling
De Stichting stelt zich ten doel het bevorderen van het ontwikkelen van wintersport talenten die de Nederlandse nationaliteit hebben of in Nederland woonachtig zijn. - Afwezigheid winstoogmerk
De Stichting heeft geen winstoogmerk, zoals blijkt uit artikel 3.3 van de statuten en uit de feitelijke werkzaamheden. - Overzicht van projecten
Onze missie is het verbeteren van de gezondheid en sociale vaardigheden bij kinderen en jeugd d.m.v. activiteiten in de sneeuw of sneeuw gerelateerde activiteiten. Deze activiteiten kunnen zowel in Nederland als in het buitenland plaatsvinden. Onze activiteiten vindt u terug op onze site.
- Werving van gelden
Het werven van fondsen voor Stichting FIS gebeurt op een effectieve en directe manier, o.a. tijdens contacten met relaties, zowel privé als zakelijk.
Donaties door bedrijven zullen verkregen worden via het relatienetwerk van de bestuurders van de Stichting. Daarnaast kunnen schenkingen en legaten tot de mogelijkheden behoren. - Bestedingsbeleid
De primaire besteding van de verworven gelden zal worden ingezet ten behoeve van de wintersporttalenten. De talenten kunnen een persoonlijke sponsorbijdrage aanvragen bij het bestuur. Het bestuur zal elke aanvraag individueel beoordelen en eventueel (gedeeltelijk) toekennen. - Financiën
De Stichting houdt niet meer vermogen aan dan redelijkerwijs nodig is voor de continuïteit van de voorziene werkzaamheden ten behoeve van de doelstelling van de stichting. Er kan geen enkele (rechts)persoon beschikken over het vermogen van de stichting als ware het eigen vermogen. De bestuursleden van de stichting ontvangen conform de bepaling in artikel 7.3 geen beloning voor hun werkzaamheden.
Zij hebben wel recht op een vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten. De Stichting heeft geen personeel in dienst. De penningmeester maakt binnen 6 maanden na afloop van ieder boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van het afgelopen boekjaar op en biedt deze jaarstukken ter vaststelling aan het bestuur aan.